Een boom van een vent

Bomen van kerels… Daar heb ik er een paar van in huis. Bijna twee meter lang, schoenmaat 45, 46 en 47. Gelukkig staan ze op grote voeten. Dan val je minder snel om, zeg maar.

Sta jij stevig?
Hoe je ook staat, ook jij bent een boom.
Als een boom vol vrucht! Zo wordt een mens genoemd die leeft met God. Psalm 1.

‘Want daardoor zul je lijken op een boom die aan het water is geplant, waar vruchten aan groeien als het daar de tijd voor is en waarvan de bladeren nooit verdrogen. Je zal succes hebben bij alles wat je doet.’ Psalmen 1:3 BB

Je wordt niet alleen een boom genoemd, maar ook ‘rechtvaardig’. Een prachtige omschrijving die past bij jou.

Je ontvangt de vaardigheid om recht voor God te gaan staan.
En je hebt het recht om voor God te gaan staan.

Hoe heb ik dat voor elkaar gekregen, denk je misschien?

• Ik doe elke dag dingen die niet kloppen.
• Ik denk aan dingen die ik niet wil denken.
• Ik spreek woorden uit die ik nou niet direct associeer met ‘rechtvaardig’.

Jijzelf kunt jezelf niet vrijspreken van schuld.
Maar God kan dat wel:

‘Want God kan mensen die zich eerst niets van Hem aantrokken en dus schuldig zijn, vrijspreken van schuld. Romeinen 4:5 BB

David zegt in de Psalmen hetzelfde. Hij zegt dat het heerlijk is als je niet op je eigen daden vertrouwt om te worden vrijgesproken van schuld, maar op God vertrouwt. Hij zegt het zó:

“Het is heerlijk als de Heer je je fouten heeft vergeven. Het is heerlijk als Hij alles heeft weggedaan wat je verkeerd hebt gedaan. Het is heerlijk als God zegt dat je niet meer schuldig bent.”’ Romeinen 4:4-8 BB

Het is heerlijk dat jij als een sterke boom in het leven mag staan.

• Vrij van schuld.
• Vol vrucht.

Jij bent een boom, vol vrucht. Vruchten aan een boom worden niet gegeven voor de boom zelf. Deze zijn er om uit te delen aan anderen. Je voedt anderen er mee. De zoete smaak geeft anderen voldoening.

Zullen we samen bidden?
‘Heer, dank U dat ik een sterke boom vol vrucht mag zijn. Wilt U me helpen om zoveel mogelijk liefde, aandacht, geduld en vrede van U te gaan delen? Amen.’