Wat als je vleugels had?

Heb jij wel eens gedroomd dat je kon vliegen? Je zweeft en ziet onder je de groene, rechthoekige vlakken van Nederland. Met smalle grijze stroken waar auto’s als mieren krioelen. Je duikt naar beneden en voelt de wind langs je gezicht glijden. Je zweeft. Dit is leven! 

Wat als je vleugels had? Waar zou jij heen vliegen?

In Psalm 139:9 zegt David: “Als ik zou meevliegen met de opkomende zon, of zou gaan wonen aan de andere kant van de oceaan…” (BB) 

In gedachten zweeft David ook over de aarde. Hij ziet voor zich hoe hij aan de andere kant van de zee uitkomt. En wat is zijn conclusie? “…– ook daar zou U mij leiden. Ook daar zou uw hand mij vasthouden.” (vers 10)

Waar je ook gaat, God is er!

Misschien zit jij middenin een stormachtige zee en schudt je boot ernstig heen en weer. Dan zou je misschien wensen dat je kon vliegen. Maar zelfs als je kon vliegen, moet je de stormachtige wind weten te doorstaan. 

Waar je ook gaat, God is er!

En kijkt God op afstand toe hoe jij je best doet om de andere kant van de zee te bereiken? Blijft Hij op afstand als jij worstelt?

In de vertaling van Het Boek van Psalm 139:10 staat het zo prachtig: “U zou mij vasthouden en uw rechterhand zou mij stevig leiden.”

Als God jou stevig vasthoudt, vlieg je vrij, vol vertrouwen het onbekende tegemoet.

Spreek vol vertrouwen uit: 

“U houdt mij vast en Uw rechterhand leidt mij stevig.

Heel stevig.

Heel stevig.

Heel stevig.

Zo, dat is stevig!

Zo leidt U mij, vandaag. Dat geeft mij vleugels. Dank U wel.”