Richt je op wat je gelooft

Twijfelen neemt af als je je richt op wat je gelooft en niet op wat je ziet.

Je kunt twijfelen met je hoofd en twijfelen met je hart.
Gideon twijfelt met zijn hoofd… Gideon twijfelt aan Gods betrokkenheid bij hem en zijn volk. Hij zet alles rationeel op een rij. Hij zegt: ‘God heeft onze voorouders geholpen. Ik twijfel nu aan Zijn hulp voor ons.’

Twijfel jij ook soms aan Gods hulp voor jou?

• God heeft een gezin in jouw kerk geholpen, maar jij merkt niets van Zijn hulp in jouw gezin. Je twijfelt.
• God heeft een ondernemer in jouw christelijke netwerk bijzonder gezegend, maar bij jouw onderneming nemen de rode cijfers alleen maar toe. 

‘Waar bent U God? Ik twijfel!’

Gideon zegt:

‘”Mag ik u vragen, als de HEER ons werkelijk bijstaat, waarom overkomt dit ons dan allemaal?”‘
(Richters 6:13, BB)

•  Waarom?

“Waar blijft Hij dan met zijn wonderbaarlijke daden, waarover onze voorouders hebben verteld?” vraagt Gideon.

• Waar blijft U?

“Uit Egypte heeft Hij ze geleid, zeiden ze toch?” 

• U trekt zich blijkbaar niks aan van mij…

Als Gideon vanuit de hemel naar zichzelf had gekeken, had hij waarschijnlijk zichzelf toegesproken met andere woorden:
“Luister, Gideon, God houdt van je. Je mag je twijfels hebben, maar de snelste route naar de overwinning op je vijand is het volgende”:

Denk aan Gods grootheid en liefde. Wat zie je dan? 

God kan winnen voor jou! Klaar.

Gideon… zullen we dan maar gaan lopen?

Recht op die vijand af. Wel of niet vertwijfeld.

Let op… Het verhaal van Gideon gaat door:

‘Zo werden de Midianieten door de Israëlieten verslagen. Ze waren hun macht voorgoed kwijt. Daarna had het land in de tijd van Gideon 40 jaar vrede.’
(Richters 8:28, BB)

Gideon. Hij gaat erop af. Hij stapt over al zijn redeneringen heen. Hij doet wat hij hoort van God. Elke twijfel zet hij om in een actie.

Twijfelen neemt af als je je richt op wat je gelooft en niet op wat je ziet.

Zullen we samen bidden?
‘Als ik blijf twijfelen over mijn keuzes, kies ik voor U.
Wijs mij de weg. In Jezus’ naam. Amen.’