Laat zonde je leven niet kapot maken

Boaz, mijn jongste zoon, wilde voor een schoolopdracht het schilderij ‘Het laatste avondmaal’ in moderne setting fotograferen. Alle buurkinderen werden opgetrommeld om als discipel aan de tafel te figureren. Boaz zelf was Jezus.

Maar ja, wie wilde Judas zijn?
…

Tijdens het laatste avondmaal zat Jezus bij Zijn verrader, Judas, aan tafel. Ik zou geen hap meer door mijn keel kunnen krijgen. Ik zou met een ‘strak bekkie’ de tafel rondkijken en iedereen zou dan zeker weten aan mij vragen: “Is er iets?”

Jezus niet.
Hij spreekt:

““Luister goed! (… nu komt het!)
Ik zeg jullie dat één van jullie Mij zal verraden.”
Daar werden ze heel bedroefd over.
En ze vroegen Hem om de beurt:
“Ben ik dat, Heer?””

Hoe onzeker kun je je voelen? 

Jezus is duidelijk:
“De man die tegelijk met Mij [ zijn brood ] in de schotel heeft ingedoopt, die zal Mij verraden.
De Mensenzoon zal sterven op de manier die al van tevoren in de Boeken is opgeschreven. Maar het zal slecht aflopen met de man die Hem heeft verraden. Het zou beter voor hem zijn geweest als hij niet was geboren.” 

Jezus benoemde klaar en duidelijk de zonde die Judas zou gaan doen. Je zou zeggen:
“Gaat het zó met mij aflopen? Dan bekeer ik mij ter plekke…”

Maar Judas’ hart bleef hard.
“Judas, de verrader, antwoordde:
“Ben ik dat, Meester?”
Jezus antwoordde:
“Je zegt het zelf.””
(lees het hele verhaal in Matteüs 26:20-25, BB) 

Judas weigerde zijn zonde te erkennen.
Hij liet zonde zijn leven kapot maken.

Hoe zit dat met ons?
Misschien verraden we God niet moedwillig, maar volharden we in sommige zondige patronen?
Laat jij zonde je leven kapot maken?
Verzin jij excuses om niet te hoeven luisteren?

Ik daag je uit om bij Hem aan tafel te schuiven.
Mag Jezus je helpen?

Zullen we samen bidden?
“Hemelse Vader, in welk gebied in mijn leven is zonde een gewoonte geworden? Ik verlang intens naar Uw kracht om te veranderen. Ik open mijn hart voor Uw zachtheid in mijn binnenste. Amen.”

Jouw leven wordt krachtig als je je zondige gewoonten los laat.