Je bent Zijn huis!

We vervolgen onze serie over Psalm 27 met vers 4, dat spreekt over het huis van God: “Eén ding heb ik van de Heer verlangd, dát zal ik zoeken: dat ik wonen mag in het huis van de Heer, al de dagen van mijn leven, om de lieflijkheid van de Heer te aanschouwen en te onderzoeken in Zijn tempel.”  (Psalm 27:4, HSV)

Er is een plaats waar je beschermd bent, waar niets je kan raken… Die plaats is het huis van de Heer. David verlangde ernaar om daar te wonen, omdat het een vredige plaats is waar je de kracht en schoonheid van God kunt aanschouwen.

Maar waar is deze plaats? Voor David was het de tempel van Jeruzalem, omdat in die tijd, vóór de komst van Jezus, God Zijn aanwezigheid toonde op een fysieke locatie. Maar inmiddels is Christus gekomen om een ​​nieuw verbond tussen ons en God te maken.

De apostel Paulus zegt: “Maar Hij is de God die de wereld en alles heeft gemaakt. Hij is de Heer van hemel en aarde. Hij woont niet in tempels die door mensen zijn gemaakt.” (Handelingen 17:24, BB)

Maar toch, waar woont Hij dan? In jou! De Bijbel zegt: “Vergeet niet dat jullie de tempel van God zijn. In die tempel woont Gods Geest.” (1 Korinthiërs 3:16, BB)

Besef je je dat? Jij bent de tempel van God!

Dus, wonen in het huis van God betekent het verwelkomen van de Heilige Geest. Jij bent Gods schepping. Zijn aanwezigheid is in jou. Je kunt je hele leven in het huis van de Heer leven, omdat je zelf Zijn tempel bent. Zijn geweldige aanwezigheid zal voor eeuwig in jou blijven! Is dat niet geweldig?!